Beschrijving
Tijdens deze e-learningmodule leer je onder andere over (pedagogisch) vrijheidsbeperkende maatregelen, wat wel en niet mag en hoe je handelt in noodsituaties. Zie hieronder de leerdoelen die aan bod komen tijdens de training. Tijdens de trainingen worden ook casussen voorgelegd.
ALGEMENE INFORMATIE
- Soort: e-learningmodule
- Voor wie: jeugdprofessionals, gedragswetenschappers
- Tijdsduur: 1.40 uur, 20 minuten toets (totaal 2 uur)
- Totale prijs: € 50,- excl. BTW per deelnemer
- Staffelkorting: voor meerdere deelnemers kunt u een offerte op maat aanvragen
- Accreditatiepunten beroepsorganisaties: SKJ in aanvraag
- Certificaat: ja
LEERDOELEN
Kennis
- Kwaliteitseisen en wettelijke kaders: Je begrijpt de relevante kwaliteitseisen en wetgeving die van toepassing zijn op de jeugdhulp, inclusief richtlijnen voor zorgstandaarden en de rechten van jeugdigen.
- Regels, grenzen stellen en opvoeden: Je kent de principes van het stellen van regels en grenzen die passen bij de leeftijd en ontwikkelingsfase van de jeugdigen, en begrijpt hoe dit bijdraagt aan een veilige en ondersteunende omgeving.
- Pedagogische maatregelen: Je hebt inzicht in de verschillende pedagogische maatregelen die kunnen worden ingezet om jeugdigen te ondersteunen in hun ontwikkeling, en hoe deze effectief kunnen worden toegepast.
- Vrijheidsbeperkende maatregelen: Je begrijpt de context en richtlijnen voor het gebruik van vrijheidsbeperkende maatregelen, inclusief de ethische en juridische overwegingen.
- Strafvoorwaarden in forensische jeugdhulp: Je bent op de hoogte van de strafvoorwaarden die van toepassing zijn in de forensische jeugdhulp en begrijpt hoe deze invloed hebben op het begeleidingsproces.
- Beperkingen in de beslissingsbevoegdheid: Je kent de situaties waarin de beslissingsbevoegdheid van jeugdigen kan worden beperkt en begrijpt de juridische en morele implicaties hiervan.
- Verschil tussen dwang en drang: Je begrijpt het onderscheid tussen dwang en drang in de context van de jeugdhulp, en kunt deze concepten toepassen in je werkpraktijk.
- Proportionaliteitsprincipe: Je bent bekend met het proportionaliteitsprincipe, dat stelt dat maatregelen in verhouding moeten staan tot de situatie en het gedrag van de jeugdige.
- Subsidiariteitsprincipe: Je begrijpt het subsidiariteitsprincipe, dat voorschrijft dat er eerst naar minder ingrijpende maatregelen moet worden gekeken voordat strengere maatregelen worden toegepast.
Vaardigheden
- Voorwaarden voor inzet van pedagogische maatregelen: Je leert de voorwaarden en criteria voor het effectief inzetten van pedagogische maatregelen in de begeleiding van jeugdigen.
- Inzetten en evalueren van vrijheidsbeperkende maatregelen in noodsituaties: Je ontwikkelt vaardigheden om vrijheidsbeperkende maatregelen adequaat toe te passen in noodsituaties en deze nadien te evalueren op effectiviteit en noodzaak.
- Handelen volgens het proportionaliteits- en subsidiariteitsprincipe: Je oefent met het toepassen van het proportionaliteits- en subsidiariteitsprincipe in je besluitvorming en acties.
- Herkennen van verschillende vormen van vrijheidsbeperkende maatregelen: Je leert verschillende vormen van (pedagogisch) vrijheidsbeperkende maatregelen te herkennen en de juiste context voor hun toepassing te identificeren.
- Uitvoeren van kamercontroles: Je ontwikkelt de vaardigheid om kamercontroles uit te voeren, rekening houdend met privacy en veiligheid van de jeugdigen.
- Fysiek ingrijpen in noodsituaties: Je leert veilige en verantwoorde technieken voor fysiek ingrijpen wanneer dit noodzakelijk is om de veiligheid van de jeugdige of anderen te waarborgen.
- Cameratoezicht op woonlocaties: Je bent in staat om cameratoezicht op woonlocaties te implementeren en te evalueren, met aandacht voor ethische overwegingen en privacy.
- Beperken van ongewenst bezoek: Je ontwikkelt vaardigheden om ongewenst bezoek aan de woonlocatie van jeugdigen te herkennen en effectief te beperken.
Attitude
- Handelen vanuit een pedagogische grondhouding: Je ontwikkelt een pedagogische grondhouding die het welzijn en de ontwikkeling van de jeugdige centraal stelt in je handelen.
- Werkrelatie tussen begeleider en jeugdige bevorderen: Je streeft naar het bevorderen van een positieve werkrelatie met de jeugdige, gebaseerd op vertrouwen en respect.
- Bejegening van de jeugdige: Je leert de betekenis van een respectvolle bejegening en hoe dit bijdraagt aan de ontwikkeling en het welzijn van de jeugdige.
- Onderbouwen en verantwoorden van beslissingen rondom pedagogische maatregelen: Je ontwikkelt het vermogen om je beslissingen over pedagogische maatregelen te onderbouwen en te verantwoorden aan collega’s en andere betrokkenen.